Een zwart sprookje

Aki Ollikainen (auteur), Annemarie Raas (vertaler)
Een schrijver, die in een impasse zit, gaat op zoek naar de waarheid rond de macabere vondst van menselijke lichaamsdelen in het Tattarisuo-moeras in 1931.
Onderwerp
Identiteit
Titel
Een zwart sprookje
Auteur
Aki Ollikainen 1973-
Vertaler
Annemarie Raas
Taal
Nederlands
Oorspr. taal
Fins
Oorspr. titel
Musta satu
Uitgever
Amsterdam: Ambo|Anthos, © 2017
158 p.
ISBN
9789026335853 (hardback)

Andere formaten:

Besprekingen

Zwarte sprookjes uit het Hoge Noorden

Noord-Europese literatuur lijkt vaak iets geheimzinnigs of onkenbaars te hebben, iets wat het alledaagse exceptioneel maakt ook. Vier recente boeken illustreren dat perfect. Het zijn hedendaagse sprookjes die diep gaan, heel diep. En echt gelukkig word je er niet van.

'Ik ging op de steiger liggen, kijkend naar de sterren, die steeds verder omlaag leken te komen, alsof de nacht zijn netten liet zakken en ons 's ochtends weer terugwierp om verder te groeien, omdat we ondermaats waren. Nou goed, waarschijnlijk was ik toen dronken.'

De verteller uit Aki Ollikainens Een zwart sprookje heeft zijn gezin verlaten. Omdat hij verlangde naar het gezelschap van een andere vrouw, maar wellicht nog meer omdat hij zelf iemand anders wou zijn, zijn vroegrijpe en eigenwijze schoolvriend Joona, naar wie hij zijn hele leven heeft opgekeken. Het typeert deze man zonder veel ruggengraat die daarop naar het Tattarisuo-moeras net buiten Helsinki vertrekt en er steun zoekt in het verhaal van zijn voorvaderen.

Tijdens de jaren dertig behoorde een van hen daar tot een bende dranksmokkelaars die het beu waren nog langer hun gevaarlijke werk te doen voor rekening van de Bankier en liever hun eigen boontjes wilden doppen. Het zorgde voor spanningen tussen hen…Lees verder

De ik-figuur, een schrijver, verlaat zijn vrouw en kind. De dood van een jeugdvriend heeft hij niet verwerkt. Als schrijver zit hij in een impasse. Hij gaat op zoek naar de waarheid rond de macabere vondst van menselijke lichaamsdelen in het Tattarisuo-moeras in 1931. In aparte (cursief gedrukte) hoofdstukken beschrijft hij die tijd vanuit Heino, zijn grootvader, die bij de gruwelijkheden betrokken lijkt. Het is de vooroorlogse tijd van de rechts-radicale beweging en het verbod op alcohol. Aan het eind smelten heden en verleden samen en wordt de schrijver zijn opa, of omgekeerd. Van de Finse auteur Aki Ollikainen (1973) verscheen eerder zijn debuutroman ‘Witte honger’*, waarin ook een historisch gegeven centraal staat. Voor de lezer is het lastig zich een beeld te vormen van de vertelde gebeurtenissen en die te duiden. De taal is vaak poëtisch, en soms summier. De auteur lijkt teveel tegelijkertijd gewild te hebben waardoor de thematische samenhang zwak blijft. Voor literatuurliefhebb…Lees verder