Met Haan naar de maan, Voor wie is dat pak? (AVI 1), Kom je naar ons feest? en De klas van Noor (beide AVI 2) heeft Ann Lootens een volledig nieuwe AVI-reeks voor beginnende lezertjes geschreven. Het knappe aan deze verhaaltjes is dat ze technische leesvaardigheden combineren met pretentieloze taalpret, want Lootens slaagt er altijd in om hier en daar een leuke woordspeling te integreren in voor het overige vrij eenvoudig opgebouwde zinnen en woorden. Typisch zijn ook de speelse uitroepen die de verhaallijnen kleur geven, zoals "hee", "hop", "boem", "oo", "aa" en "ee"... Geen klinker of tweeklank laat de schrijfster liggen en daardoor zijn de verhalen ook heel voor- en 'meeleesbaar', zowel thuis als in de klas.
Lootens is inmiddels een gevestigde waarde in de steeds groeiende groep van educatieve auteurs die AVI-regels zonder probleem in hun verhalen weten te integreren. De AVI 1-verhaaltjes bestaan uitsluitend uit eenlettergrepige woordjes (zo wordt…
Lees verder
Met Haan naar de maan, Voor wie is dat pak? (AVI 1), Kom je naar ons feest? en De klas van Noor (beide AVI 2) heeft Ann Lootens een volledig nieuwe AVI-reeks voor beginnende lezertjes geschreven. Het knappe aan deze verhaaltjes is dat ze technische leesvaardigheden combineren met pretentieloze taalpret, want Lootens slaagt er altijd in om hier en daar een leuke woordspeling te integreren in voor het overige vrij eenvoudig opgebouwde zinnen en woorden. Typisch zijn ook de speelse uitroepen die de verhaallijnen kleur geven, zoals "hee", "hop", "boem", "oo", "aa" en "ee"... Geen klinker of tweeklank laat de schrijfster liggen en daardoor zijn de verhalen ook heel voor- en 'meeleesbaar', zowel thuis als in de klas.
Lootens is inmiddels een gevestigde waarde in de steeds groeiende groep van educatieve auteurs die AVI-regels zonder probleem in hun verhalen weten te integreren. De AVI 1-verhaaltjes bestaan uitsluitend uit eenlettergrepige woordjes (zo wordt het konijn "nam-nam" genoemd, naar zijn zin om te knabbelen) en eenregelige zinnen. Bij het AVI 2-niveau komen daar als extra moeilijkheid nog woorden met opeenvolgende medeklinkers bij. Los van deze technische kenmerken zijn de verhalen heel vlot geschreven. De drie terugkerende hoofdpersonages Pim, Noor en Lot krijgen in de loop van de verschillende avonturen elk hun eigen karaktertje. In haan naar de maan keilt Lot, de peuter onder het drietal, in al haar enthousiasme papa's haan tegen de grond, waarna Pim en Noor hem opnieuw proberen te plakken. In Voor wie is dat pak? komt oom dan weer op bezoek met een leuke verrassing voor het trio. De fantasiewereld van Noor staat centraal in De klas van Noor, en in Kom je naar ons feest wordt de hele buurt bij wijze van apotheose uitgenodigd op een groot feest bij Pim, Noor en Lot thuis.
De boekjes werden ook goedgekeurd door CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling), de Nederlandse instantie die de normering van AVI-boeken recent overnam van KPC Groep (adviesorgaan voor onderwijs in Nederland) en die de 'meting' van leesvaardigheid voortaan baseert op leestempo en leestechniek. Dit leidde alvast tot een vernieuwd en vooral complex systeem van leesindexen die niet langer in één eenvoudige en transparante code te vatten zijn. De verwarring merk je ook op de boeken zelf: zo lees je bv. op de cover dat het om een AVI 1-boek gaat (oude normering), terwijl binnenin een complexer label wordt opgenomen, bestaande uit maar liefst twee volledig nieuwe coderingen. Haan naar de maan is in het nieuwe systeem bijvoorbeeld AVI ME3; waarbij 'ME' staat voor 'medio' en '3' verwijst naar 'groep 3', in Vlaanderen het eerste leerjaar dus. Daarbij komt ook nog eens een CLIB-codering die een leesindex voor begrijpend lezen geeft. Sommige educatieve uitgevers stonden tot nu toe vrij sceptisch tegenover deze vernieuwing, om voor de hand liggende redenen dus. Teksten kunnen alleen nog gemeten worden door CITO zelf, die hiermee ook een streng standpunt lijkt in te nemen ten aanzien van al het officieuze AVI-materiaal dat over de jaren al werd gepubliceerd. Er is ook geen een-op-eenrelatie met het oude AVI-systeem, waardoor 'oude' AVI-boeken meteen allemaal gedateerd zijn.
Voor haar vorige reeksen voor beginnende lezertjes (de 'Fien en Sem'-reeks, de 'Daan en Loes'-reeks), werkte Lootens telkens samen met een vaste illustrator (resp. Marja Meijer en Erika Cotteleer). De nieuwe reeks werd geïllustreerd door Leen Van Durme, die de eenvoudige taal van Lootens goed uitbeeldt met een strakke lijnvoering maar intense kleuren. Hier en daar zie je potloodlijntjes van de schetsen en ook de 'grens' (witte uitsparingen) tussen de gekleurde achtergronden en de voorgrondfiguren wordt benadrukt. Het leidt de aandacht een beetje af van de intense kleurvlakken, al is een beetje experiment tussen lijn en inkleuring niet vreemd aan het werk van Van Durme. De rustige lay-out (met één tekening en één tekstpagina per spread) en de duidelijke typografie met grote letterpunt versterken het elementaire leesniveau van de tekst.
De reeks rond Noor, Pim en Lot is duidelijk gericht op het onderwijs, maar de auteur en illustrator slagen er ook in om via eenvoud in de taal en de beeldtaal het individuele plezier van leren lezen te stimuleren. Dat doen ze op zo'n manier dat zelfs volwassen lezers zullen wensen dat ze opnieuw mochten leren lezen. [Sophie Willems]
Verberg tekst