Gunnar Huttunen is groot, sterk, listig, handig, leergierig, alles om in het Laplandse leven te slagen. Maar Huttunen is ook in zichzelf gekeerd, raar, weduwnaar en een nieuweling in een Fins plaatsje. We spreken midden jaren 50, ten tijde van de Koreaanse Oorlog. Huttunen komt in het dorp aan en doet een in onbruik geraakte watermolen weer als een lier draaien. De man kan bovendien goed dieren en dorpelingen imiteren, tot groot jolijt van de kinderen. En af en toe is hij neerslachtig en huilt hij. Als een wolf.
Het zijn al bij al kleine transgressies, maar ze jagen de dorpelingen de stuipen op het lijf, en dat is voldoende om de neergang van Huttunen in gang te zetten. Hyttynen is bovendien Fins voor 'steekmuggen', de pest der pesten van de Finse zomers. Iedereen haat muggen.
Huttunen moet worden uitgedreven als de geestesgestoorde die de vertegenwoordigers van de geregelde, geconformeerde maatschappij - de winkelier, de dokter, de politicus, de herenboer - in hem zi…Lees verder
Gunnar Huttunen is groot, sterk, listig, handig, leergierig, alles om in het Laplandse leven te slagen. Maar Huttunen is ook in zichzelf gekeerd, raar, weduwnaar en een nieuweling in een Fins plaatsje. We spreken midden jaren 50, ten tijde van de Koreaanse Oorlog. Huttunen komt in het dorp aan en doet een in onbruik geraakte watermolen weer als een lier draaien. De man kan bovendien goed dieren en dorpelingen imiteren, tot groot jolijt van de kinderen. En af en toe is hij neerslachtig en huilt hij. Als een wolf.
Het zijn al bij al kleine transgressies, maar ze jagen de dorpelingen de stuipen op het lijf, en dat is voldoende om de neergang van Huttunen in gang te zetten. Hyttynen is bovendien Fins voor 'steekmuggen', de pest der pesten van de Finse zomers. Iedereen haat muggen.
Huttunen moet worden uitgedreven als de geestesgestoorde die de vertegenwoordigers van de geregelde, geconformeerde maatschappij - de winkelier, de dokter, de politicus, de herenboer - in hem zien. Huttunen moet eronder. Hij is de zondebok op wie slechte oogsten, ziekten en verlammingen kunnen worden geladen. Huttunen must die.
Hoe groter het sociaal onbegrip bij de gestelde lichamen, hoe erger de wanhopige wraaknemingen van de molenaar, hoe vreemder zijn gedrag. Het is een escalatie, een wedloop zoals op het Koreaanse schiereiland. Huttunen wordt steeds dieper de wildernis in gedreven, de zoekacties zijn steeds driester.
De Fin Arto Paasilinna (1942-2018) was een gulle schrijver, gul voor zijn lezer en gul voor zijn personages. De huilende molenaar, een boek uit 1981, kent een rotvaart. De tragikomische, picareske roman is bijna een scenario, en werd dus al verfilmd. Je wordt als lezer geen rust gegund. Net zoals Huttunen, deze Finse Job, geen beproeving wordt hem bespaard.
Het zou een donker boek zijn geweest als niet af en toe een vriendelijk ziel Huttunen een stukje worst toestopt. Postbode Piitisjärvi, politieagent Portimo en de blonde, welgevormde tuinbouwconsulente Sanelma Käyrämö, met wie zich een hortende romance afspeelt. Sanelma onderhoudt stiekem het moestuintje bij de molen en op den duur worden nog slechts meiknollen en liefdesbrieven uitgewisseld. Dat is iets, maar iedereen zal beamen dat het niet genoeg is. De kruisweg van Huttenen moet worden voleindigd.
Het acteren van Huttunen en zijn gezangen als wolf: zijn het daden van een wildeman of uitingen van een kunstenaar in de dop? Het dorp is niet bereid om het zo te zien. Als molenaar zou hij worden aanvaard, maar dat huilen is er echt te veel aan.
Zou het Huttunen ook zo vergaan mocht hij als een ezel hebben gebalkt, als een kraai hebben gekraakt? Misschien word je bang van wolvengehuil, maar kun je iemand in de boeien slaan omdat hij luid zingt en reigers nadoet? Is wolvengehuil normvervagend genoeg om hem als ongeneeslijk waanzinnige uit de samenleving te halen? Wat aanvaarden we van het beest in de mens? Niet erg veel.
Een nog niet volledige gesocialiseerde vreemdeling, de buitenstaander die als een hofnar lacht met alles en iedereen maar daar geen machtiging voor kreeg. 'De omstandigheden zijn verward, niet de mensen', zegt Portimo tegen Huttunen maar dat is een schrale troost.
Huttunens geestesziekte is een beteugeling voor zijn nauwere band met de natuur, voor zijn diepere kennis, voor zijn animale driften waar velen jaloers op zijn, driften die velen vrezen. Een man mag de wolf niet te dicht naderen. Zie de horrorfabels van de weerwolf. Die verhalen zijn geen folklore, het zijn waarschuwingen.
Maak van de huilende mens een waanzinnige en hij kan netjes in de inrichting van Oulu worden opgesloten. Zo treurig eindigde Arto Paasilinna overigens zelf, in een instelling, onder het voogdijschap van zijn zoon gezet. Het is alsof hij zijn einde al die tijd heeft geweten. Een huilende molenaar in het diepst van zijn gedachten.
Het is van uitgeverij Wereldbibliotheek een uitstekend idee om dit tijdloze, weergaloze boek een nieuw leven in de boekhandel te gunnen. Hoewel bij leven een niet-evidente successchrijver, dreigt Paasilinna gemakkelijk zomaar in de plooien van de geschiedenis te verdwijnen. Dat zou jammer zijn. Een leven zonder Paasilinna is op zichzelf waard om geleefd te worden. Een leven met Paasilinna is veel leuker.
Vertaald door Annemarie Raas, Wereldbibliotheek, 224 blz., 20 € (e-boek 12,99 €).
Verberg tekst