Het leugenverhaal van het schrijversduo Corine Kisling en Paul Verhuyck, die ieder apart reeds menig boek op hun actief hebben (Corine Kisling verwierf in 1997 met Satan in de polder de Schaduwprijs voor het beste literaire thrillerdebuut, en Paul Verhuycks debuutroman De doodbieren werd in 1992 bekroond met de Anton Wachterprijs) speelt handig in op de trend van de esoterische thriller rond De Graal en het Levenselixer, maar in plaats van het zoveelste historisch-magisch verhaal op te zetten, waarvan de intrige zich deels in het verleden en deels in het heden afspeelt, opteerden ze voor een hedendaagse spannende roman die op het eerste gezicht een persiflage brengt op het genre, maar anderzijds naar het einde toe, toch weer net niet...

Hoofdpersonage Lucas Mingus, erudiet en levensgenieter, runt een uitgeverij in Amsterdam. Wanneer hij bericht ontvangt dat zijn tante is overleden, keert hij terug naar zijn geboortedorp Graauw, in het landelijke Zeeuws-Vlaanderen, voor de afhandeling van een bescheiden erfenis. De confrontatie met de plek in volle natuur waar hij opgroeide en het weerzien van vrienden en oude bekenden grijpt hem emotioneel sterk aan. Maar er wacht hem meer. Rosseel, een monnik en gewezen leraar van Mingus, roept zijn hulp in met betrekking tot een vondst die hem over het hoofd dreigt te groeien. De oude man heeft namelijk via etymologische en epistemologische weg een verband gevonden tussen een passage uit het middeleeuwse dierenverhaal Van den vos Reynaerde en de Graal, de beker die het bloed van Christus bevatte. Op speelse maar intelligente wijze legt hij een verband tussen de schat uit het 'leugenverhaal' dat de sluwe vos koning Nobel opdist, en de Graal die spoorloos verdween uit Gent en mogelijk naar etymologische interpretatie in Graauw werd verborgen. De oude monnik schreef zijn vernuftige theorie neer in een geschiedkundig tijdschrift dat ondanks een beperkte oplage, weldra furore maakt bij zowel het seculiere milieu als bij handige projectontwikkelaars, uit op materieel gewin in het zog van een mogelijke archeologische vondst van wereldformaat.

De auteurs spelen het heel handig en verstandig. In een tijd waarin de vondst van de veronderstelde sarcofaag van Christus wereldnieuws vormt en toeristen Rosslyn Chapel bezoeken naar aanleiding van de succesthriller De Da Vinci Code, klinkt het niet ver gezocht dat dergelijke geruchten een hele dorpsgemeenschap tot ver daarbuiten op stelten kunnen zetten en de gemoederen verhit raken. Als er ten slotte onder het huis van de overleden tante eeuwenoude tunnels worden teruggevonden die mogelijk verband houden met het bestaan van een vroegmiddeleeuwse abdij, krijgt dit verhaal van schijn een tegen-schijn, wat dan mogelijk weer verwijst naar een historische realiteit.

Sympathieke en driedimensionale personages, een gezellige vertelstijl, afwisselende vertelstandpunten en knappe beschrijvingen van een sluimerend dorp op weg naar een onzekere toekomst, spanning en actie, dit alles maakt Het leugenverhaal tot een leeservaring die geen lezer zich zal beklagen. [Staf Schoeters] Verberg tekst

Lucas gaat terug naar zijn geboortedorp in Zeeuws-Vlaanderen om een erfenis af te handelen en omdat zijn oude leraar hem om hulp heeft gevraagd. De leraar heeft een artikel geschreven waarin het verhaal ‘Van den vos Reynaerde’ erg letterlijk wordt genomen. Veel mensen nemen dit serieus op, de grondprijs vliegt omhoog en allerlei gelukszoekers zoeken naar een schat waarbij zelfs moord niet geschuwd wordt. Onder de grond blijkt een gangenstelsel te bestaan waardoor zelfs de schrijver van het artikel gaat twijfelen. Deze historische thriller is spannend en getuigt van een gedegen vooronderzoek door de schrijvers. Het verhaal zit goed en logisch in elkaar, toch is de fantasie waarmee de schrijvers te werk zijn gegaan bijzonder origineel. Heel mooi spelen ze in op het hoofdthema van het middeleeuwse verhaal: hebzucht. Paperback, normale druk.