Roman. Diane Broeckhoven portretteert in Wat voorafging haar bedilzieke moeder met wie ze haar hele leven een getroebleerde verhouding had.
Empathische verhalen over gewone mensen, met veel aandacht voor familierelaties. Dat is zo ongeveer het handelsmerk van de Antwerpse schrijfster Diane Broeckhoven (70).
Sinds haar internationale bestseller De buitenkant van Meneer Jules - goed voor 300.000 verkochte exemplaren en vertalingen in 16 landen - wist Broeckhoven haar plek in het literaire landschap warm te houden. De laatste jaren blijft ze romans afleveren met een grote herkenbaarheidsfactor, zij het met minder succes én ook enige herhalingsverschijnselen.
In haar nieuwe boek Wat voorafging poogt ze de turbulente verhouding tot haar overleden moeder uit te klaren, in een roman die duidelijk met hartenbloed is geschreven. "Eigenzinnige, opstandige moeders zijn uiterst geschikt als hoofdpersoon, veel meer dan meegaande lieverds", stelt Broeckhoven vast. Dat is waar: kijk maar naar Adriaan van Dis en het met de Libris Literatuurprijs bekroonde Ik kom terug.
…Lees verder
Empathische verhalen over gewone mensen, met veel aandacht voor familierelaties. Dat is zo ongeveer het handelsmerk van de Antwerpse schrijfster Diane Broeckhoven (70).
Sinds haar internationale bestseller De buitenkant van Meneer Jules - goed voor 300.000 verkochte exemplaren en vertalingen in 16 landen - wist Broeckhoven haar plek in het literaire landschap warm te houden. De laatste jaren blijft ze romans afleveren met een grote herkenbaarheidsfactor, zij het met minder succes én ook enige herhalingsverschijnselen.
In haar nieuwe boek Wat voorafging poogt ze de turbulente verhouding tot haar overleden moeder uit te klaren, in een roman die duidelijk met hartenbloed is geschreven. "Eigenzinnige, opstandige moeders zijn uiterst geschikt als hoofdpersoon, veel meer dan meegaande lieverds", stelt Broeckhoven vast. Dat is waar: kijk maar naar Adriaan van Dis en het met de Libris Literatuurprijs bekroonde Ik kom terug.
In het geval van de nukkige, eigenwijze Berthe Moreels heeft de schrijfster zodoende goud in handen, zou je denken. Tussen Broeckhoven, middelste kind uit een gezin met twee dochters en een zoon, en haar moeder hoopten de spanningen zich al van jongsaf aan op. Berthe bedeelde Diane met bijnamen als Mater Dolorosa of Mademoiselle Nitouche.
Broeckhoven omschrijft zichzelf als 'een schichtig bang kind met te veel fantasie die mijn angsten aanwakkerde en met een grote behoefte aan bevestiging en warmte'. Ze hengelt voortdurend naar de liefde van haar moeder, zelfs als ze - in haar ultieme ziekenhuisbed - 'een doorschijnend spookje zonder tanden' is geworden. Daar, tijdens 'die laatste uren, haar prinses op de erwt-uren', zaten de twee elkaar niet langer dwars. 'Het zijn de meest harmonieuze uren die ik met mijn moeder heb doorgebracht.'
Alles heeft ze nochtans in het werk gesteld om 'onder de verharde buitenkant' 'de zachte vulling' te blijven zien. Broeckhoven wijdt veel pagina's aan de aftakeling van haar moeder, die mordicus weigerde haar appartement te verlaten en zich na de dood van haar man in larmoyantie en zelfbeklag wentelde.
Bepaalde Antwerpse ziekenhuizen - zoals de geriatrische afdeling van het Stuivenberg - zullen niet opgezet zijn met de harde woorden die Broeckhoven voor hun service over heeft. 'Ik zal niet toestaan dat ze haar laatste uren moet beleven in een decor van onverschilligheid.'
Van de hel naar de hemel
De hoofdmoot van het boek omvat de reconstructie van het leven van Berthe Moreels, die onder het juk van een nietsontziende, zeer autoritaire vader opgroeide. Ze begon te werken in een naaiatelier en aanvaardde baantjes als promeneuse, waarbij ze met de poussette Joodse kinderen rondreed. Haar man leidde haar van de hel naar de hemel: 'Hij redde haar van de armoede, bevrijdde haar uit handen van een agressieve vader en leidde haar binnen in een wereld die ze niet kende', met wittebroodsweken in Parijs.
Broeckhoven gaat uitgebreid in op het blijvende gekrakeel tussen haar en haar moeder, voor wie ze zelfs aanvankelijk haar scheiding verzweeg. Ze kon nooit echt de vinger leggen op de oorzaak. En dat onuitgesprokene schrijnt.
Broeckhoven brengt in Wat voorafging een soepel lezend relaas van een geaccidenteerde moeder-dochterrelatie. Ze bekommert zich minder om de literaire finesses, maar geeft voorrang aan de anekdotiek. Soms vergaloppeert ze zich in te veel wissewasjes en bagatellen. Dan weer schemert er iets te veel tremolo door. Ook de ziekenhuisscènes zijn lang uitgesponnen.
Het belet niet dat deze roman een volwaardige plaats verdient tussen het immense aanbod moederliteratuur in onze letteren.
Vrijdag, 240 p., 19,95 euro.
Verberg tekst