Ed Franck is een duizendpoot. Hij is een jeugdschrijver met naam en faam die zich in alle genres thuisvoelt, hij begeleidt beginnende auteurs en heeft een indrukwekkend lijstje bewerkingen van literaire klassiekers op zijn naam. Zijn nieuwste boek, Te veel verdriet voor één hart, bundelt vier tragedies van Shakespeare: Hamlet, King Lear, Othello en Macbeth, en is fraai geïllustreerd door Carll Cneut.
Shakespeare was een van
de eersten die in de diepten van de menselijke geest zijn
afgedaald
U hebt al een hele reeks klassiekers bewerkt, van 'Dracula' tot Shakespeare. Waar komt die passie voor bewerkingen vandaan?
'Ik heb daar zowel een altruïstische als een egoïstische reden voor. Die beroemde boeken zijn niet voor niets klassiek. Ze behoren tot het erfgoed van de westerse cultuur. We vinden het nuttig om met kinderen naar gebouwen te kijken, en met hen naar musea, concerten, toneel en ballet te gaan, omdat we vinden dat ze met dat erfgoed moeten kennismaken. Ik vind dat ze evengoed moeten kennismaken met het erfgoed, afdeling boeken, maar dan in een haalbare vorm, en dan kom je bij het begrip bewerking uit. Sommigen vinden het bewerken van literaire klassiekers heiligschennis. Mijn antwoord daarop is heel praktisch: als we het niet doen, worden ze gewoon niet meer gelezen, en wat is dan de winst? Je hebt dan wel het heilige onaangetast gelaten, maar tot welk nut?'
'Als je jongeren bovendien geen goede bewerkingen voorschotelt, dan laat je het terrein over aan de nepcultuur. Dan krijgen ze het geserveerd in Disneyvorm, in stripverhaaltjes en tv-feuilletons, en dat is jammer.'
'De egoïstische reden is: omdat ik het graag doe. Ik ben een kameleonschrijver: ik probeer graag allerlei genres uit. Dat heeft als nadeel dat je je schrijftalent versplintert over een aantal domeinen, maar het heeft het grote voordeel dat je je nooit verveelt. Dan zijn die bewerkingen gefundenes Fressen. Je moet telkens weer in een ander boek, in andere personages, in een andere stijl duiken. Dat doe ik heel graag.'
Wat heeft Shakespeare te bieden dat jongeren kan aanspreken?
'Zijn grootste troef is dat hij al een modern schrijver is. Als je zijn werk vergelijkt met de oude Griekse tragedies, dan merk je het verschil: de Grieken hebben het over DE mens die strijdt tegen HET noodlot en daaraan ten onder gaat. Bij Shakespeare gaat het daar natuurlijk ook over, maar op een veel concreter niveau. Hij vult het decor meerkleuriger in, zijn verhaallijnen zijn concreter, en hij diept zijn personages psychologisch beter uit. Ze gaan evengoed ten onder - ook bij Shakespeare ligt het toneel op het eind vol lijken - maar je hebt het gevoel dat hij een schrijver van deze tijd is. Hij was een van de eersten die in de diepten van de menselijke geest zijn afgedaald. In die zin is hij modern. Hij heeft het over de essentie van het mens-zijn en van wat de mens beroert, met zijn illusies en zijn desillusies en zijn hartstochten, en dus kan hij niet verouderen. Waarom zou je hem dan niet lezen als hij in essentie hetzelfde te bieden heeft als moderne auteurs, gehuld in een kleedje dat, als je er eenmaal aan gewend bent, even bevallig en intrigerend is als het kleed van de moderne grootstad? Je hoeft niet zo'n grote stap te zetten om je thuis te voelen in een stuk van Shakespeare.'
Waarom hebt u precies deze stukken gekozen?
'Ik heb de tragedies uitgekozen die de meeste indruk op mij maakten. Het zijn ook de tragedies die het meest worden opgevoerd, bewerkt en verfilmd - op Romeo en Julia na, misschien. Ze verkennen de diepste spelonken van de menselijke ziel en dat spreekt me aan, want ik heb een nogal tragische kijk op het leven. Het is ook niet voor niets dat ik indertijd Abélard en Héloïse heb bewerkt. Ik vond die tragiek - ze konden bij elkander niet komen want het water was veel te diep - symbolisch voor de condition humaine. Die weemoed over het feit dat het leven nooit wordt zoals je zou willen dat het wordt, dat het maar dat is en niet meer dan dat, dat komt bij alle personages voor in mijn wat diepergravende boeken, in de bewerkingen die ik kies en natuurlijk ook in de tragedies van Shakespeare. Dus eigenlijk zijn al mijn boeken splinters van mijn eigen ik.'
U hebt van een toneeltekst een leestekst gemaakt. Hoe ingrijpend zijn de aanpassingen?
'De opdracht van de uitgeverij was om deze tragedies te bewerken voor volwassenen én voor oudere jeugd. Dan mag je hier en daar wel een helpend handje reiken, vind ik. Soms heb ik beschrijvende fragmentjes ingelast, want je mist natuurlijk het decor en de lichaamstaal van de acteurs. Verder heb ik overgangszinnen geschreven, omdat het ten slotte een verhaal moest worden. Maar dat noem ik niet echt iets toevoegen: dat noem ik smeermiddel spuiten om de onderdelen vlot in elkaar te laten overgaan.'
'Wel heb ik de diepere onderstroom van die tragedies verhelderd door de personages bepaalde dingen te laten denken. Want sommige personages gedragen zich bijzonder vreemd. Waarom behandelt Hamlet Ophelia als een slet? In de studies die ik heb doorploegd, merkte ik dat al die geleerde professoren het vaak absoluut niet met elkaar eens zijn en dat ze een aantal scènes en personages helemaal anders interpreteren. Dan moest ik kiezen voor de interpretatie die het dichtst bij mijn aanvoelen lag. Hier en daar heb ik mijn keuze verduidelijkt.'
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van een goede bewerker?
'Eerbied is het belangrijkste. Je moet jezelf niet beter vinden dan de schrijver die je bewerkt, en al zeker niet als het om Shakespeare gaat. Ik ben niet de arrogante bewerker die zegt: nu ga ik mijn eigen ding eens doen. Het laatste wat ik wil, is de schrijver verraden die zo goed is om mij zijn werk te lenen. Je moet respect hebben voor de verhaallijn, voor de karaktertekening, maar ook voor de taalsfeer. Natuurlijk kun je Shakespeares ronkende Engels niet altijd helemaal volgen. Ik heb het hier en daar misschien wat gematigd, maar wat er op papier staat, klinkt nog behoorlijk Shakespeariaans, vind ik.'
'Je moet de tekst ook afstemmen op je doelpubliek. Klassiekers waren oorspronkelijk bedoeld voor volwassenen en zijn geschreven in een taalidioom dat hedendaagse jongeren niets meer zegt. Dus je moet compromissen durven te sluiten. Durven zeggen: ja, je bent een groter schrijver dan ik, maar toch ga ik het nu anders doen. Je moet oude tradities durven aan te passen aan nieuwe tendenzen. Ik laat nooit iets weg, dat vind ik verschrikkelijk, maar ik durf wel sterk in te krimpen als het nodig is. Dat is ook een kwestie van gezond verstand.'
'Een derde eigenschap is vakmanschap. Je groeit daarin, je wordt zekerder in je keuzes. Het is zoals leren pottenbakken: je eerste pot lijkt in de verte op een asbak, de twintigste begint er als een pot uit te zien, de vijftigste wil je op je dressoir zetten.'
'Ik had me bij mijn eerste bewerking niet moeten wagen aan Shakespeare, want dat zou faliekant zijn afgelopen.'
Zitten er nog meer bewerkingen in de pijplijn?
'Ik ben nu bezig met Boccaccio, misschien wordt dat wel de laatste in de rij. Het wordt stilaan weer tijd voor een boek van mezelf. Want straks wordt het nog míjn tragedie dat mensen me zich herinneren als een bewerker en niet als een schrijver.'
Verberg tekst