Giuseppe Tomasi di Lampedusa (1896-1957) is de auteur van één boek. De schrijverscarrière van deze Siciliaanse aristocraat was van bijzonder korte duur. De tijgerkat, zijn enige roman, kwam tot stand in zijn laatste twee levensjaren, verscheen postuum, won de prestigieuze Premio Strega en geldt sindsdien als een van de hoogtepunten van de twintigste-eeuwse Italiaanse literatuur. Behalve dit onbetwiste meesterwerk wist de schrijvende prins hooguit een viertal literaire teksten uit zijn pen te wringen, die nu voor het eerst in het Nederlands zijn vertaald. De titel luidt Mijn kindertijd en andere verhalen, maar die vlag dekt de lading niet, want behalve twee verhalen bevat de bundel een aanzet tot zijn memoires en het eerste hoofdstuk van wat zijn tweede roman had moeten worden.
Landhuis
Mijn kindertijd is een nostalgische evocatie van de paleizen waar de schrijver zijn eerste levensjaren doorbracht. De familie Tomasi had een indrukwekkende collecti…Lees verder
Giuseppe Tomasi di Lampedusa (1896-1957) is de auteur van één boek. De schrijverscarrière van deze Siciliaanse aristocraat was van bijzonder korte duur. De tijgerkat, zijn enige roman, kwam tot stand in zijn laatste twee levensjaren, verscheen postuum, won de prestigieuze Premio Strega en geldt sindsdien als een van de hoogtepunten van de twintigste-eeuwse Italiaanse literatuur. Behalve dit onbetwiste meesterwerk wist de schrijvende prins hooguit een viertal literaire teksten uit zijn pen te wringen, die nu voor het eerst in het Nederlands zijn vertaald. De titel luidt Mijn kindertijd en andere verhalen, maar die vlag dekt de lading niet, want behalve twee verhalen bevat de bundel een aanzet tot zijn memoires en het eerste hoofdstuk van wat zijn tweede roman had moeten worden.
Landhuis
Mijn kindertijd is een nostalgische evocatie van de paleizen waar de schrijver zijn eerste levensjaren doorbracht. De familie Tomasi had een indrukwekkende collectie vastgoed in portefeuille. Het ouderlijke palazzo in Palermo werd door de geallieerden platgebombardeerd en leefde alleen nog voort in de herinnering, maar de mooiste bladzijden wijdde Lampedusa aan het gigantische landhuis op het Siciliaanse platteland waar de familie de zomers doorbracht. Ze kwamen er aan na een epische reis vol ongemakken, die hen in twaalf uur tijd dwars door 'het onmetelijke landschap van het feodale Sicilië' van Palermo naar Santa Margherita bracht. In het kielzog van de kleine Giuseppe dwalen we door de driehonderd kamers van het reusachtige buitenverblijf, dat nog het meest leek op 'een soort Vaticaan'. Voor een kleine jongen die liever tussen dingen dan tussen mensen verkeerde, waren de luxueuze salons van de Siciliaanse belle époque als een toverbos vol verrukkingen. Aan de hand van getekende plattegrondjes gidst Lampedusa ons door het decor van zijn verloren paradijs, in navolging van Stendhals La vie de Henry Brulard, maar de auteur ging ook geregeld bij Marcel Proust te rade. De Franse herinneringskunstenaar deelde zijn obsessie met de verloren tijd en zijn fascinatie voor de teloorgang van de adel.
Met de lagere middenklasse was Lampedusa veel minder vertrouwd. In het verhaal 'De vreugde en de wet' mengt de schrijver zich onder het gewone volk en voert hij een kantoorbediende ten tonele die de grootste moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Met kerst valt de brave man een gigantische panettone ten deel. Zijn blijdschap om dit luxe kerstbrood, een beloning voor de meest verdienstelijke werknemer van kantoor, wordt door zijn vrouw vakkundig de grond in geboord. Het is een niet onaardig verhaal over ongerijmde Siciliaanse zeden en gewoonten, maar het onbetwistbare hoogtepunt van de bundel is 'De sirene', een ijzersterke geschiedenis op de grens tussen levenslust en doodsdrift, realisme en surrealisme, met een fors erotisch gehalte. De hoofdrol is weggelegd voor professor Rosario La Ciura, een vooraanstaand hellenist met een onuitstaanbaar karakter. De man is nooit getrouwd, maar kan terugblikken op drie weken van onversneden wellust met een sirene in een hutje aan de Middellandse Zee. Ooit was deze morsige oude mopperpot een jonge god die beeldschone zeemeerminnen het hoofd op hol bracht.
De geur van rozemarijn
De personages zijn geboren en getogen Sicilianen en dus gaan de gesprekken over de geur van rozemarijn in de Nebrodi, over de smaak van honing uit Melilli en het genot van het verorberen van zee-egels, 'die naar zout en algen geurende afspiegeling van het vrouwelijke geslachtsorgaan'. Door de bundel wandelen ook een paar verwanten van Don Fabrizio Corbera di Salina, de hoofdpersoon uit De tijgerkat. In 'De blinde katjes' bijvoorbeeld, de aanzet tot Lampedusa's onvoltooide tweede roman. Het eerste hoofdstuk gaat over de onstuitbare opmars van een nieuwe klasse van parvenu's die hard op weg is de oude landadel te onttronen.
De overeenkomsten met passages, personages en locaties uit zijn onvergetelijke meesterwerk berusten natuurlijk geenszins op toeval. Mijn kindertijd en andere verhalen speelt in dezelfde decors, ademt dezelfde melancholisch getinte sfeer en baadt in hetzelfde mediterrane licht van het eeuwige Sicilië, een prachtig eiland, 'ook al wordt het bevolkt door ezelskoppen'. Voor de liefhebbers is deze verzameling verhalen, schetsen en probeersels een feest van herkenning.
Vertaald door Yond Boeke en Patty Krone, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 160 blz., 15 €. Oorspr. titel: 'I racconti'.
Verberg tekst