De laatste dagen van de 20e eeuw strandt een jong Afrikaans meisje als illegale vluchtelinge op de kust van Zuid-Spanje. Ze belandt in een vluchtelingenkamp waar ze maandenlang verblijft. Haar innemende glimlach en haar schranderheid behoeden haar evenwel voor de uitzichtloosheid. Ze hoopt dat met het nodige geduld en volharding eens een deur zal opengaan, en dat ze in de gelegenheid zal worden gesteld om deel te nemen aan het leven buiten de omheining. Met Fernando, een Spaanse ambtenaar, heeft ze een onschuldig en ontwapenende dialoog, die meteen ook de toon zet en aantoont hoe ze op intelligente wijze en met een sterke intuïtiviteit de volwassen wereld aftast naar mogelijkheden en openingen: "Ze had vergeefs geprobeerd erachter te komen waar Koerden eigenlijk vandaan kwamen en hoe ze eruitzagen. Maar ze was braaf in de rij gaan staan en toen het haar beurt was, had ze met haar mooiste glimlach gezegd dat ze asiel vroeg in Frankrijk omdat ze van geboorte Koerd was". Als gevraagd wordt naar haar naam, besluit ze een andere op te geven, waarop ze vluchtig de kamer rondkijkt, een kopje thee bemerkt, waarna ze voor 'Tea-Bag' opteert.

Tea-Bag ziet op een dag haar kans schoon wanneer in het kamp een man met een fototoestel opduikt. Per is Zweedse journalist en maakt een reportage over vluchtelingen onder de titel 'Mensen zonder gezicht'. Tea-Bag kan haar verhaal aan hem kwijt en last tot genoegdoening van de Spaanse autoriteiten ook een ingeoefend zinnetje in: "Ik word met humane welwillendheid in het Spaanse kamp tegemoet getreden". Uiteindelijk reist ze met een valse identiteit naar Zweden, waar ze op een avond een lezing van de dichter Jesper Humlin bijwoont. Humlin, die door zijn uitgever wordt aangezet misdaadverhalen te schrijven in plaats van onverkoopbare poëzie.

Henning Mankell, bekend om zijn misdaadverhalen, maakt een aardig ironisch grapje als hij zijn alterego de bewering in de mond legt dat iedere Zweed zich met het misdaadgenre lijkt bezig te houden. Na de lezing ontmoet hij Tea-Bag, en haar verhaal opent voor hem een onbekende wereld. Tea-Bag is een aangrijpend Noord-Zuid verhaal, bevolkt met spontane en authentieke personages die de hoop op een menselijker multiculturele maatschappij belichamen. [Staf Schoeters] Verberg tekst

De in 1948 in het Zweedse Härjedalen geboren auteur is m.n. bekend geworden door zijn politieromans rond rechercheur Kurt Wallander. Mankell woont afwisselend in Zweden en in Mozambique, waardoor hij in staat is in zijn 'Afrika-romans', zoals 'Daniel, zoon van de wind' en deze roman, op intrigerende en confronterende wijze elementen uit de 1e en de 3e wereld met elkaar te verbinden. In 'Tea-Bag' is het de Zweedse dichter Jesper Humlin, een verwende en gefrustreerde dichter, die in de toevallige ontmoeting met een illegaal Afrikaans vluchtelingenmeisje een aardverschuiving in zijn leven meemaakt. Hij ruilt de moeizame verhouding met uitgever, partner en moeder in voor het avontuur van een schrijfcursus voor een aantal vluchtelingenmeisjes, waarin het indringende levensverhaal van Tea-Bag een centrale rol speelt. De door talloze communicatieproblemen doortrokken ontmoeting tussen uiterst verschillende werelden weet Mankell in een meeslepende combinatie van serieusheid en humor te presenteren. Kleine druk. Verberg tekst