Kinderboeken waarin kinderen sterke overlevers zijn, inventief en ondernemend zijn en volwassenen er werkelijk niets van bakken, zijn van alle tijden. In het debuut van Ilse Bos, is dit niet anders. Dertien kinderen wonen toevallig bij elkaar op een woonboot het 'Blauwtje’ zonder ouders. Telkens een van de personages voorkomt in het verhaal, geeft de auteur op vaak ludieke wijze de kenmerken van het kind mee en hoe het als (pleeg)kind op de woonboot terecht is gekomen. De twaalfjarige verteller is Pola, tot baas gebombardeerd omdat ze de oudste is. Elk kind heeft in dit verhaal zijn rol, hoe miniem soms ook, en dat maakt het af en toe wat chaotisch, maar de chronologische en gestructuurde opbouw van het verhaal compenseert dat enigszins. De rode draad is de zorg van mevrouw Wijfjes van het zorgbureau, die als dreiging boven de hoofden van de kinderen hangt. Vooral de vrees dat ze de kinderen in verschillende gezinnen zal plaatsen, is een constante. Het lijkt allemaal erg zwaar was het…
Lees verder
Kinderboeken waarin kinderen sterke overlevers zijn, inventief en ondernemend zijn en volwassenen er werkelijk niets van bakken, zijn van alle tijden. In het debuut van Ilse Bos, is dit niet anders. Dertien kinderen wonen toevallig bij elkaar op een woonboot het 'Blauwtje’ zonder ouders. Telkens een van de personages voorkomt in het verhaal, geeft de auteur op vaak ludieke wijze de kenmerken van het kind mee en hoe het als (pleeg)kind op de woonboot terecht is gekomen. De twaalfjarige verteller is Pola, tot baas gebombardeerd omdat ze de oudste is. Elk kind heeft in dit verhaal zijn rol, hoe miniem soms ook, en dat maakt het af en toe wat chaotisch, maar de chronologische en gestructuurde opbouw van het verhaal compenseert dat enigszins. De rode draad is de zorg van mevrouw Wijfjes van het zorgbureau, die als dreiging boven de hoofden van de kinderen hangt. Vooral de vrees dat ze de kinderen in verschillende gezinnen zal plaatsen, is een constante. Het lijkt allemaal erg zwaar was het niet dat de kinderen vooral als ‘troep’ op hun sterkste zijn en de meest hilarische oplossingen vinden om mevrouw Wijfjes van hun boot en vooral uit hun buurt te houden. Zo is er Maarten, een mislukte acteur, die op zijn zoektocht naar zijn verdwenen tweelingbroer toevallig bij het Blauwtje belandt, even de vaderrol aanneemt om mevrouw Wijfjes en de schooldirecteur af te wimpelen. Het verhaal komt pas goed op dreef als er zich vreemde dingen voordoen in het stadje. Op een onklaarbare wijze vallen overal gaten in de stad. Ook het schoolspeelplein is op een ochtend veranderd in een groot gat. De aanleg van de nieuwe metrotunnel wordt eerst als oorzaak gezien en terwijl de volwassenen kibbelen en elkaar met de vinger wijzen, zijn het natuurlijk de kinderen die de echte oorzaak ontdekken. Als de ‘onbedoelden’, nauwelijks zichtbare wezens die om de haverklap van gedaante wisselen, op het toneel verschijnen, gaat de auteur verrassend de fantasytoer op. Jammer genoeg verliest zij hier de lezer, want de te uitvoerige beschrijving van de twee expedities die de kinderen — overspoeld door deze fictieve wezens — ondernemen, doen het verhaal geen goed. Wat een spannende apotheose moest worden, is een langdurig bijna vervelend heen en weer geloop door straten en riolen. Een stroomversnelling laat alle puzzelstukjes (te) perfect in elkaar vallen voor een fijn happy end.Veel wordt goedgemaakt door bijzonder leuke illustraties van Linde Faas. Het zijn vooral de knappe composities die mee de sfeer maken. Op de verschillende dubbelplaten in het boek raak je niet uitgekeken. De details zijn bijzonder en met weinig expressie in de gelaatsuitdrukkingen weet de illustrator elk van de dertien kinderen toch raak te typeren. Zo is Nillem echt een Marokkaans meisje, dragen de kinderen echt de kledij die de auteur heeft beschreven en vind je ook echt de eigenschappen van elk kind in een detail. Ook de vormgever verdient niets dan lof; dit boek is met zorg gecomponeerd met illustraties in originele kleuren, hoofdstuktitels en zelfs de paginanummering in kleur. Na het happy end komt opnieuw de beginplaat: alles gaat door zoals het was! Fijn gevonden, net als de voorstelling van elk personage op het einde van het boek. is kortom een zeer behoorlijk debuut, met een illustrator om te volgen en een vormgever om te koesteren! Kinderen vanaf negen jaar zullen gegarandeerd veel plezier beleven aan dit boek. Ook heel geschikt om voor te lezen. [Ann Schatteman]
Verberg tekst