Zomervacht
Als iemand ooit mijn botjes vindt
×

Als iemand ooit mijn botjes vindt
Besprekingen
Als iemand ooit mijn botjes vindt is de tweede gedichtenbundel van Jaap Robben en Benjamin Leroy. Kwam de illustrator bij Zullen we een bos beginnen? nog wat tweederangs onder het kopje 'met tekeningen van', dan prijkt hij nu op cover en titelblad op gelijke voet met dichter Jaap Robben. En dat is meer dan terecht. Want Als iemand ooit mijn botjes vindt leeft bij gratie van de tekeningen. Als geen ander schept Leroy het bizarre, kleurrijke universum van de zefiertjes, ponjaarden en labbekakken uit de gedichten van Robben. Deze laatste liet zich inspireren door 'uitgestorven' woorden en blies ze nieuw leven in. De woorden werden namen van vergeten dieren, waarvan Robben de eigenschappen schetst. Dat strakke concept lijkt hem in de weg te staan: te vaak verglijdt hij in een opsomming waaruit de poëzie is verdwenen. Flauwe alliteraties, clichématige beelden en een haperend ritme ontsieren de gedichten. Zo stuit je al in het openingsgedicht 'Zefiertje' op nietszeggend…Lees verder
Copyright (c) Vlabin-VBC
Jaap Robben heeft in deze dichtbundel zijn fantasie de vrije loop gelaten bij oude, bijna vergeten woorden die iets weg hebben van een dierennaam. Zo schept hij een ponjaard. Was dit ooit een dolk, nu is het een beest met ‘nagels zo scherp / dat je je aan de schaduw snijdt’. De ulevel (snoepje) viert niet zijn jaren maar zijn minuten, hij kan immers elk moment worden opgegeten. In de gedichten zit veel eindrijm, maar metrum en rijmschema’s worden afgewisseld. Deze poëzie laat goed zien dat rijm niet het enige is wat poëzie tot poëzie maakt. Het is ook een kwestie van veel zeggen met weinig woorden. ‘Ik heb handen / die graag iemand zouden aaien. // Al is af en toe zwaaien / ook een goed begin.’ Zo eenzaam is dus de cajoleer, denk je na dit korte gedichtje. Even fantasievol zijn de gekleurde illustraties in waterverf en potlood, waarin Benjamin Leroy de nieuwe schepping afmaakt, met een prachtige onderwaterwereld voor de falies, en een hangmatje voor de ziekelijke sprouw (mondziekte) d…Lees verder
Als iemand ooit mijn botjes vindt
'Als iemand ooit mijn botjes vindt', een dichtbundel over mogelijke (of uitgestorven?) dieren met namen van bijna uitgestorven Nederlandse woorden. Een poging dus om het dierenrijk van een paar nieuwe exemplaren te voorzien, met een knipoog naar het ecologische thema.
De gedichtjes zijn leuk, mooi gepolijst en dus wars van overbodige woorden. Jaap Robben heeft duidelijk veel aandacht en tijd besteed aan de structuur van zijn gedichten. De titels zijn zoals gezegd bijna uitgestorven Nederlandse woorden als ulevel (een snoepje), falie (regenmantel) en avegaar (spiraalboor). Als je de verzen leest en vervolgens even googelt, krijgen ze een diepere betekenislaag. In één van de gedichten wordt de avegaar bijvoorbeeld vergeleken met een soort boekenwurm die zich een gat door glas eet. De gedichten op zich zijn al grappig, maar de titels voegen nog wat extra humor toe.
En alsof de teksten nog niet origineel genoeg waren, krijgen we ook nog leuke illustraties van Benjamin Leroy. M…Lees verder
De gedichtjes zijn leuk, mooi gepolijst en dus wars van overbodige woorden. Jaap Robben heeft duidelijk veel aandacht en tijd besteed aan de structuur van zijn gedichten. De titels zijn zoals gezegd bijna uitgestorven Nederlandse woorden als ulevel (een snoepje), falie (regenmantel) en avegaar (spiraalboor). Als je de verzen leest en vervolgens even googelt, krijgen ze een diepere betekenislaag. In één van de gedichten wordt de avegaar bijvoorbeeld vergeleken met een soort boekenwurm die zich een gat door glas eet. De gedichten op zich zijn al grappig, maar de titels voegen nog wat extra humor toe.
En alsof de teksten nog niet origineel genoeg waren, krijgen we ook nog leuke illustraties van Benjamin Leroy. M…Lees verder