Het recht op luiheid heeft Jean-Paul Dubois hoog in het vaandel. De Franse schrijver en verslaggever bij Le Nouvel Observateur gaf zijn baan op zodra hij van zijn pen kon leven. Dat gebeurde in 2004, toen Een Frans leven met de Prix Femina werd gehonoreerd. Vorig najaar werd zijn tweeëntwintigste roman bekroond met de prestigieuzere Prix Goncourt en sindsdien is zijn broodje gebakken, maar of De mensen leven niet allemaal op dezelfde manier aan die voorganger kan tippen is nog maar de vraag.
De personages van Dubois hebben heel wat met hun geestelijke vader gemeen. Ze heten Paul, zijn net als hij geboren en getogen in Toulouse en zijn liever lui dan moe. Ook de Paul uit zijn jongste is afkomstig uit die Zuid-Franse stad, maar hij heeft zijn territorium gevoelig uitgebreid. Zijn levensreis voert hem van Frankrijk naar het Deense Skagen, de asbestmijnen van Thetford Mines en de Bordeauxgevangenis van Montreal. Joost mag weten hoe de doorbrave man in de cel is beland.
Losers
Er bestaan talloze manieren om je leven te verpesten en Paul Hansen verstaat die kunst als geen ander. Wat hij precies op zijn kerfstok heeft, komen we pas aan het eind te weten, want de schrijver neemt er de tijd voor. Eerst maken we uitgebreid kennis met zijn celgenoot, een zware jongen met een hart van koekebrood die voortdurend van plan is de halve mensheid 'doormidden te kappen'. Verder valt er in die besloten wereld niet veel te beleven en dus borrelen de herinneringen op. Paul, conciërge van een groot flatgebouw, is de zoon van een Deense dominee en een atheïstische bioscoopuitbaatster die zelfmoord heeft gepleegd. Hun huwelijk was stukgelopen op de programmatie van de pornofilm Deep throat. Zijn eigen vrouw, half indiaans en half Iers, is omgekomen bij de crash van haar Beaver-taxivliegtuig en zelfs zijn hond heeft het loodje gelegd. Alle personages worden met vaste hand naar hun ondergang geloodst, want bij Dubois ontkomt niemand aan zijn lot.
De mensen leven natuurlijk niet allemaal op dezelfde manier en dat is maar goed ook, want anders zou het maar een saaie boel worden. Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat het stuk voor stuk types van goede wil zijn die alles zijn kwijtgeraakt: hun dierbaren, hun geloof, hun werk, hun vrijheid en hun laatste beetje illusies. Het klinkt als bakken ellende, maar dat is buiten Dubois gerekend. Die heeft namelijk een uitgesproken zwak voor losers, maar bekijkt de dingen toch altijd door een zorgeloze bril. Bovendien zijn hun kleine levens kapstokken om de grote geschiedenis aan op te hangen. Van de jaren 50, toen kerken en kleine bioscopen hun laatste mooie dagen beleefden, gaat het dwars door de roerige sixties naar het meedogenloze tijdperk van de cost killers, dat door gluiperds en jakhalzen wordt geregeerd.
Leerzaam
Om de een of andere reden komen er in alle boeken van Dubois sadistische tandartsen, dominante vrouwen, vliegtuigongelukken en grasmaaiers voor. Al die ingrediënten zijn eens te meer present, net als zijn obsessie met de wonderen der techniek. Auto's, motoren, watervliegtuigen en kerkorgels, je kunt het zo gek niet bedenken of de auteur heeft er verstand van. De roterende wankelmotor, het Hammondorgel en eenmotorige watervliegtuigjes kennen voor hem geen geheimen, maar ook het onderhoud van een zwembad kun je hem toevertrouwen. Zijn personage keuvelt honderduit over de verzande kerk van Skagen, trakteert op een portie filmgeschiedenis en geeft het recept voor molotovcocktails mee. Leerzaam allemaal, maar het had een stuk beknopter gekund.
Van stilistisch stuntwerk moet deze rasverteller het niet hebben. Deze schrijver lees je om zijn laconieke humor en zijn ironische kijk. Literatuur moet vooral onderhoudend zijn, vindt Dubois. Zijn grote voorbeelden heten niet voor niets John Updike en Philip Roth, met dit verschil dat hun Franse collega sneller schrijft dan zijn schaduw. Dat is eraan te merken. Het verhaal sprankelt te weinig en kabbelt te gezapig voort, maar niemand weet de menselijke desillusies zo luchtig en melancholisch te beschrijven als Dubois.
Vertaald door Corine Kisling, De Arbeiderspers, 240 blz., 21,50 €.
Verberg tekst