In de kustplaats Knokke wordt in een leegstaand winkelpand een gruwelijke ontdekking gedaan: een in tientallen stukken en stukjes ontleed lijk. Inspecteur Luk Borré en zijn team worden belast met de onaangename taak om er onderzoek te doen tussen de bromvliegen en in de stank, ondertussen op de huid gezeten door overste Theofiel Mangels. Het is lastig de identiteit van de vermoorde man te achterhalen en onmogelijk wie de eigenaren van het winkelpand zijn. De zaak wordt nog ingewikkelder als overste Mangels gearresteerd wordt als mogelijke moordenaar en er nog twee lijken gevonden worden. Het is een heel vermakelijke misdaadroman, vol opvallende personages met hun eigen meestal ludieke probleempjes, met scherpzinnige dialogen, taalkundige grapjes en een spottende kijk op actuele politieke en/of sociale thematiek. Ook zorgen de onderlinge verhoudingen binnen het politiekorps voor komische situaties. Een sterk punt is dat hierbij de ontwikkeling van het plot niet vergeten wordt. Jos Pierreux (1957) schreef eerder over inspecteur Luk Borré en zijn team in o.a. 'Hoe je krijgt wat je verdient'*. Verberg tekst