Het jonge heksje Pas zit samen met haar vrienden in de klas van haar vader Kol. Pas moet een proef afleggen: ze moet een bot toveren voor de krokodil, Krok. Maar de toverspreuk mislukt en Krok verandert in een kat.
Pas is niet geslaagd. Mocht ze echter het toverboek van Kol vinden, dan krijgt ze nog een tweede kans. Samen met haar vrienden gaat ze op zoek naar het boek.
Een geheimzinnige brief die in spiegelschrift blijkt geschreven helpt haar op weg. Daarin staat dat Pas één haar uit het hoofd van een griezelige man op het kerkhof moet trekken. Maar wat moet ze dan met het stinkende haar?
In dit boekje voor eerste lezers staan de blokken tekst telkens op een witte achtergrond. De woordenschat is veelal eenvoudig. Inhoudsvragen op het einde van het boek worden voorgesteld als een spelletje. Ze peilen of de lezer het verhaal heeft begrepen. De laatste vraag zet de lezers aan tot fantaseren.
Fijn is dat alle figuren van de prent op het eerste schutblad aan bod komen in het verhaal. In de boekjes met een lager AVI-niveau in de reeks is dit niet het geval. Te veel personages zouden de complexiteit vergroten.
Vriendschap speelt een belangrijke rol. De vrienden van Pas helpen haar stuk voor stuk. Dat ze hierbij grote angsten moeten doorstaan, nemen ze erbij. Binnen deze context komen de ‘wiffers’ om de hoek kijken. Boe is als de dood voor deze 'wiffers', maar de lezer komt nooit te weten wat deze vreemde wezens zijn. Dit is jammer.
De figuren van Frieda Van Raevels zijn kleurrijk en hun gezichten spreken boekdelen. Ze zien er allemaal heel vriendelijk uit; zelfs de akelige figuren zien er lieflijk uit.
Een doorsnee eerste leesboekje met tekeningen die jonge lezers zullen aanspreken. [Natascha Coene] Verberg tekst

Een avontuur over magie en toveren met Pas, meester Kol en de andere oude bekenden in de serie 'Boe!kids'*. Pas moet zich van Kol bewijzen in de toverkunst. Iedereen wil helpen, maar de zaak is nogal complex, vooral omdat Pas nog niet zo bedreven is in die kunst. Foute spreuken geven complicaties. Voor de doelgroep een vrij complexe inhoud. Korte zinnen, veel eenlettergrepige woorden, volledige interpunctie. Een enkele keer is de Vlaamse achtergrond in zinsbouw en woordkeus te bespeuren. De tekst is afgedrukt in fladderzetsel. De illustraties zijn fleurig, helder en fris van kleur, met duidelijke zwarte contourlijnen. Ze zijn wisselend van formaat, uitnodigend en het verhaal volgend. Ze komen goed tot zijn recht op het mooie witte papier. Magie en toveren prikkelen de fantasie in woord en illustraties. Voor lezers op niveau AVI-M4; in zijn soort niet gemakkelijk door complexe verhaallijn. Vanaf ca. 7 jaar.