Draakje Nes is zes en woont op de top van een berg. Ze woont er samen met haar ouders en haar broer. Maar vandaag verveelt Nes zich. Ze heeft geen zin om met haar pop te spelen. Even houdt ze zich bezig met het zich verkleden, maar dan wordt haar aandacht afgeleid door haar vuurspuwende vader. Hij kan heel hoog spuwen. Ook haar moeder kan goed overweg met vuurspuwen. Nes doet een verwoede poging om ook vuur te spuwen. Eerst lukt het niet, maar dan wel. Het probleem is echter dat ze het rek aan de muur in brand heeft gestoken en haar pop zit op dat rek. Gelukkig komen mam en pap haar te hulp en meppen het vuur uit. Pop is gered en iedereen wil een zoen om de goede afloop te vieren.
Na het verhaal volgt een kleurplaat van het dorp van Nes. Het dorp bevat een aantal eigenaardige zaken zoals een piramide en een enorme spiegel tussen twee bomen. Het boek wordt afgesloten met een aantal speelse inhoudsvragen en een overzicht van de andere boeken uit de ‘BOE!kids’-serie. Dit sluit mooi aan bij de tekening op het eerste schutblad. Daar staan alle hoofdfiguren uit de serie afgebeeld. De uitgangssituatie in Nes en het vuur is zeker herkenbaar voor kinderen: een meisje dat zich verveelt. Daarna verplaatst de actie zich naar de fictieve drakenwereld. Niemand wil echter dat zijn of haar kind zou denken dat het normaal is dat vader en moeder vuur staan te spuwen. Bij draken is dit natuurlijk de gewoonste zaak van de wereld. Het boek is geschreven op het AVI startniveau. Dit betekent dat de tekst geen hoofdletters bevat, elke korte tot heel korte zin op één regel staat. Alle woorden bestaan uit één lettergreep en er komen nog geen tweeklanken aan te pas. De gebruikte woorden hebben ook maximaal één medeklinker voor en achter een korte of lange klank. Kristien Tack slaagt erin om binnen deze beperkte mogelijkheden een spannend verhaal te creëren. Alleen het gebruik van ‘lik’ voor ‘vlam’ komt wat gekunsteld over voor de oudere lezer. De tekeningen van Frieda Van Raevels overheersen de bladspiegel en ondersteunen de tekst volledig. Vaak vullen ze twee pagina’s. De tekst krijgt dan een kleine witruimte. Van Ravels heeft gekozen voor een heel kleurrijke voorstelling van de drakenwereld. Door de ronde vormen komen de draken liefelijk over. Nochtans ziet papa draak er heel stoer uit met zijn neuspiercing en oorringen. Nes en het vuur kan perfect als eerste boekje worden gelezen. De tekst is heel eenvoudig, maar het verhaal draagt toch wat spanning en de kleurrijke illustraties maken het geheel erg aantrekkelijk. Dankzij de mooie tekeningen kan het zeker ook als voorleesboekje voor jongere kinderen dienen. [Natascha Coene] Verberg tekst

Nes verveelt zich. Als ze ziet hoe haar ouders vuur spugen, gaat ze het zelf ook proberen. Als dat maar goed afloopt. Eerste leesboekje uit de serie 'Boe!kids'*. De eenvoudige verhaallijn bevat enkel eenlettergrepige woorden en korte zinnetjes, AVI-Start. Gedrukt in een groot schreefloos lettertype zonder hoofdletters op glad papier. De tekstblokjes worden omringd door vele in grootte variërende kleurrijke illustraties waarop veel te zien is. Voor in het boekje worden de hoofdfiguren uit de serie voorgesteld. Achterin staat een afbeelding van het dorp waar ze wonen en worden er op speelse wijze vragen gesteld over het verhaaltje, waardoor het begrijpend lezen bevorderd wordt. Verzorgde uitgave met een aantrekkelijk ogend omslag. Vanaf ca. 6 jaar.