De 72 jarige gepensioneerde docente Maria Salviati moet haar huis op het platteland verkopen. De medewerker van het makelaarskantoor is een jongeman met wie ze regelmatig naar het huis buiten Rome terugkeert om mogelijke kopers rond te leiden. Tijdens een aantal van die ontmoetingen vertelt ze aan de jongeman haar levensverhaal. Haar man Augusto is een dromer, hij verdient wat geld op kinderfeestjes als goochelaar en portrettekenaar, maar verder lijkt hij een type dat van de wind leeft. Hij noemt zichzelf ‘Wolk’; regelmatig verdwijnt hij een tijdje, maar hij komt steeds weer terug. Maria stelt geen eisen, ze houdt simpelweg van haar man. Hun zoon Pietro is als kind ook een dromer, maar eenmaal volwassen wordt hij overtuigd communist en komt met geweld in aanraking. Dat leidt uiteindelijk tot een dramatische ontknoping. Vader en zoon hebben veel gemeen, maar komen in twee totaal verschillende werelden terecht, die onverenigbaar blijken. In deze kleine, simpele, melancholische roman wordt het vader-zoonthema op originele wijze benaderd en belicht. Kleine druk. Verberg tekst