De tijd dat de wolf Roodkapje te slim af was, is voorbij. Over de hele wereld zetten Roodkapjes het sprookjespersonage naar hun hand, zowel op intellectueel als op seksueel vlak. Denk maar aan de vele gedaantes van Roodkapje die door Sandra L. Beckett besproken worden in Red Riding Hood for All Ages (Wayne State U Press, 2008). Niet zelden wordt er daarnaast in kinder- en jeugdliteratuur voor het perspectief van de wolf gekozen. Zo ook in Mario Ramos’ prentenboek De slimste (2011), dat met zijn titel ironisch verwijst naar die wolf. Wanneer het gewiekste personage, gekleed in oma’s nachtpon, op zoek moet naar Roodkapje, maakt hij namelijk een fatale inschattingsfout. Gefrustreerd omdat alle sprookjespersonages in het bos denken dat hij oma is, zet hij zijn gemeenste gezicht op en springt tevoorschijn, hopend dat Roodkapje hem tenminste zal herkennen. Omdat de postmoderne wolf zelfbevestiging waardevoller acht dan een snelle hap, slaagt Roodkapje erin uit zijn klauwen te …
Lees verder
De tijd dat de wolf Roodkapje te slim af was, is voorbij. Over de hele wereld zetten Roodkapjes het sprookjespersonage naar hun hand, zowel op intellectueel als op seksueel vlak. Denk maar aan de vele gedaantes van Roodkapje die door Sandra L. Beckett besproken worden in Red Riding Hood for All Ages (Wayne State U Press, 2008). Niet zelden wordt er daarnaast in kinder- en jeugdliteratuur voor het perspectief van de wolf gekozen. Zo ook in Mario Ramos’ prentenboek De slimste (2011), dat met zijn titel ironisch verwijst naar die wolf. Wanneer het gewiekste personage, gekleed in oma’s nachtpon, op zoek moet naar Roodkapje, maakt hij namelijk een fatale inschattingsfout. Gefrustreerd omdat alle sprookjespersonages in het bos denken dat hij oma is, zet hij zijn gemeenste gezicht op en springt tevoorschijn, hopend dat Roodkapje hem tenminste zal herkennen. Omdat de postmoderne wolf zelfbevestiging waardevoller acht dan een snelle hap, slaagt Roodkapje erin uit zijn klauwen te blijven.
(Dit is een abstract van een artikel van Lien Fret. De volledige tekst is verschenen in De Leeswelp 2012, nr.1.)
[Lien Fret]
Verberg tekst