Mie vindt Wolf leuk, speciaal leuk. Maar vindt Wolf Mie ook speciaal leuk? Neen. Hij zit in zijn hoofd met de detectiveclub. Dan leest Mie een boek over Ninja’s en ze besluit om ook een Ninja te worden. Want Wolf houdt wel van Ninja’s. Lukt het Mie zo om de aandacht van Wolf te trekken? Lukt het de detectiveclub daarnaast om het raadsel op te lossen zonder de hulp van de slimme Mie? Je komt met dit verhaal in een heel nieuwe wereld terecht: op planeet Smonster, met vreemde wezens, gekke dieren en tovenarij. Mie Ninja van Nico De Braeckeleer is een fantasierijk verhaal vol humor, avontuur en spanning. De auctoriale verteller zoomt vooral in op Mie, op haar gedachten en avonturen. Maar op hetzelfde moment weet je ook waar de andere hoofdpersonages mee bezig zijn.
De personages zijn allemaal fictieve wezens met namen die naar hun persoonlijkheid verwijzen: het spook Boe, de tovenaar Pas, de mummie Mie, de wolf Wolf, de vampier Pier en de draak Nes. Ze hebben allemaal dezelfde leeftijd als de lezers. Daardoor kunnen de lezers zich gemakkelijk inleven in de gebeurtenissen en gevoelens, die overigens heel herkenbaar zijn: verdriet, verliefdheid, verveling, vriendschap… Elke hoofdrolspeler heeft een specifieke karaktertrek. Zo is Boe de grapjas, Pas de dommerik en Wolf de leider. De spanning wordt meermaals opgebouwd en zorgt ervoor dat je snel wil verder lezen: ‘Daarna snelt ze naar de voordeur. Met een korte klik opent ze de deur. Even is ze bang. Zullen de papegaaien toch alarm slaan?’ en ‘Opeens doemt een figuur voor haar op. Het is de derde bewaker.’ Woordspelletjes vormen een rode draad doorheen het verhaal en zorgen voor een leuke humoristische toets. Enkele voorbeelden: ‘“Ik wil dat jij, Minstro en Balfus, heel het museum uitkammen.” “Euh… ik heb geen kam, directeur.”, ‘“Anders vliegen we in de cel!” “Ik denk het niet”, lacht de bewaker. “En waarom niet?” “Hi hi, ik kan niet vliegen!” lacht hij.’ en ‘Boe is nu eenmaal een geboren grapjas. Alles is volgens hem geestig. Maar hij is dan ook een geest.’
De zinnen zijn kort en eenvoudig opgebouwd. Ideaal dus voor de jonge lezers om dit verhaal zelf te lezen. Het verhaal zelf is verdeeld in verschillende korte hoofdstukken. De titels lichten al een tipje van de sluier op van wat er in het hoofdstuk zal gebeuren. De felle waterverfillustraties van Frieda Van Raevels beelden het verhaal uit en staan steeds naast de tekst. Dit boek is bedoeld voor kinderen vanaf acht jaar en heeft als specifiek leesniveau AVI M5. Er zijn verschillende boekjes in de reeks van ‘Boe!kids’, allemaal met verschillende leesniveaus. De voorstelling van de hoofdpersonages en het plannetje van de planeet vormen een leuke en originele aanvulling. Zelden een boek tegengekomen waarin de fantasiewereld zo echt lijkt dat je bijna gelooft dat het allemaal realiteit is. Een echte aanrader. [Heleen Gielen] Verberg tekst

Mummiemeisje Mie vindt Wolfje Wolf ‘speciaal leuk’. Maar die is zo druk met hun detectiveclub dat hij dat niet merkt. Mie denkt dat ze als stoere ninja wel op zal vallen en neemt les bij leermeester Kito. Maar nu kan ze Wolf niet helpen de diefstal op te lossen. Of toch wel? Dit deel in de 'BOE!kids'*-reeks die doorloopt van niveau AVI-Start tot Plus, is een fantasierijk verhaal dat met vaart wordt verteld in 31 hoofdstukjes, AVI-M5. De bladspiegel is ruim, met een duidelijke letter. Voorin staat een groepsportret van de griezelvrienden: naast Mie en Wolf zijn dat vampier Pier, drakenmeisje Nes, heksje Pas en spookje Boe. De vele kleurrijke, cartoonachtige illustraties geven de gebeurtenissen mooi weer. De spanning is goed gedoseerd. Kinderen die de serie niet kennen, zullen in het begin moeite hebben de personages uit elkaar te houden. Het taalgebruik is soms formeel (‘kledij’, ‘verheugd’, ‘volledig’) en hier en daar overduidelijk Vlaams (‘Mie muist er stilletjes vanonder’). De plot is mooi rond en de tevredenstemmende afloop vraagt voor de verliefde Mie om een vervolg. Vanaf ca. 8 jaar. Verberg tekst