Je zult vandaag maar een nieuwe man zijn: je hebt net onder de knie hoe je de pamper van je jongste bengel moet verversen en dan blijken de vrouwen opeens de voorkeur te geven aan de metroseksueel. U weet wel: het type man dat er niet voor terugschrikt zijn smoelwerk met evenveel sponsjes en producten te schrobben als waarmee je doorsnee een pan met bakresten te lijf gaat. Niet zo verwonderlijk dus dat de eerste doortrapte exemplaren van de inmiddels uitgerangeerde nieuwe man sinds kort ook in de literatuur opduiken: vaders die hun kroost voor alle gevaren en pijnen van de wereld willen behoeden, of ze dat nu doen door zich met hun kinderen in een flatje te verschansen, zoals Peter Terrin in Blanco, of door het vriendje van hun dochter aan te zien voor een moslimterrorist, zoals Arnon Grunberg in Tirza. Of, zoals Sandro Veronesi in het pas verschenen Kalme chaos, door als een lijfwacht post te vatten voor de school van hun dochtertje.
Die kalme chaos dient zich nochtans met een mo…
Lees verder
Je zult vandaag maar een nieuwe man zijn: je hebt net onder de knie hoe je de pamper van je jongste bengel moet verversen en dan blijken de vrouwen opeens de voorkeur te geven aan de metroseksueel. U weet wel: het type man dat er niet voor terugschrikt zijn smoelwerk met evenveel sponsjes en producten te schrobben als waarmee je doorsnee een pan met bakresten te lijf gaat. Niet zo verwonderlijk dus dat de eerste doortrapte exemplaren van de inmiddels uitgerangeerde nieuwe man sinds kort ook in de literatuur opduiken: vaders die hun kroost voor alle gevaren en pijnen van de wereld willen behoeden, of ze dat nu doen door zich met hun kinderen in een flatje te verschansen, zoals Peter Terrin in Blanco, of door het vriendje van hun dochter aan te zien voor een moslimterrorist, zoals Arnon Grunberg in Tirza. Of, zoals Sandro Veronesi in het pas verschenen Kalme chaos, door als een lijfwacht post te vatten voor de school van hun dochtertje.
Die kalme chaos dient zich nochtans met een mokerslag aan: op hetzelfde moment waarop Pietro Paladini en zijn broer Carlo aan zee twee vrouwen van de verdrinkingsdood redden, stort Pietro's vrouw Lara voor de ogen van hun dochter Claudia dood op straat neer. Als Pietro zijn dochter een paar weken later op de eerste schooldag wegbrengt, besluit hij in afwachting van de voorlopig uitblijvende emotionele klap bij het schoolgebouw te blijven wachten en zijn contacten als manager ? hij werkt voor een Europees televisieconcern dat op de rand van een grote fusie met een Amerikaans bedrijf staat ? vanuit zijn wagen te verzorgen. Dag na dag staat hij zijn dochter op de parkeerplaats op te wachten. Maar de klap blijft uit. In plaats daarvan trekt Pietro als een hedendaagse Jezus het verdriet en het lijden van alle mensen uit zijn omgeving aan en brengt hij een hele processie van familieleden en collega's op de been. Veronesi strooit de verwijzingen kwistig (maar gelukkig niet al te opvallend) in het rond: Paladini spreekt zijn dochter voortdurend met 'engeltje' aan, krijgt als wachtmuziek 'Sacrifice' van Elton John, meent in alles wat hij hoort en ziet profetische boodschappen te herkennen en ontmoet in zijn nog steeds voor het schooltje geparkeerde auto de twee topmanagers van de fuserende bedrijven ? een jood en een katholiek ? die zijn advies komen inwinnen en hem smeken naast hen een topfunctie in het nieuwe bedrijf te accepteren, een vette knipoog naar de Heilige Drievuldigheid. En wat is Pietro Paladini anders dan een (weliswaar nogal doorzichtige) schuilnaam voor de apostel Petrus, die het lijden in alle toonaarden blijft ontkennen en probeert de geloofstakken met elkaar te verzoenen?
De chaos uit de titel overvalt, vooral bij het begin, ook de lezer: in een niet-aflatende stroom van gedachten en observaties stelt Veronesi, met (iets te?) veel gevoel voor dosering, scherp op de persoon van Paladini, wiens banden met de vele figuranten slechts bij herlezing al hun subtiliteiten prijsgeven. Het grote verschil met zijn magistrale doorbraakroman In de ban van de vader zit 'm in de manier waarop: Veronesi is duidelijk rijper geworden en heeft geen grote vertelbewegingen meer nodig. Alle actie speelt zich af in het hoofd en het hart van de hoofdpersoon. Geen wilde achtervolgingen of dramatische taferelen, dus. Wel een huiveringwekkende tocht in de geest van een vader wiens waardenpatroon van de ene op de andere dag overhoop wordt gegooid. In een onverwachte finale weet Veronesi het boek nogmaals totaal op zijn kop te zetten. [Tom De Keyzer]
Verberg tekst