Een been in het verleden, een in de toekomst
Suzanne Collins: 'De hongerspelen'
In Amerika en Engeland zijn 'De hongerspelen' van Suzanne Collins een hit: de boeken gaan als zoete broodjes over de toonbank, de verfilming staat op stapel, critici zijn (overwegend) positief. Bij ons loopt het zo'n vaart nog niet en dat is jammer: de trilogie omvat drie ongemeen spannende boeken over een heldin die willens nillens in het hart van een revolutie komt te staan. De hongerspelen, Vlammen en Spotgaai brengen samen 1200 pagina's lang een stevig en intelligent verhaal, dat de argeloze lezer met brandende cliffhangers meesleept in een gewelddadige, maar boeiende wereld.
De hongerspelen speelt ergens in een onbestemde, post-apocalyptische toekomst. Na 'de droogtes, de stormen, de branden, de oprukkende zee die zo vreselijk veel land verzwolg, de bloederige oorlog om het beetje voedsel dat er nog over was', is wat ooit Noord-Amerika heette, Panem geworden, een land met twaalf districten rond één hoofdstad, het Capitool. Het dertiende district is 73 jaar geleden door het Capitool in mootjes gehakt, tijdens de Donkere Dagen waarin de districten zich tegen de hoofdstad keerden. Als herinnering aan die opstand ? en om alle onderdanen eraan te herinneren wie er écht de baas is ? zijn de hongerspelen opgericht. Elk jaar worden uit elk district een jongen en een meisje uitgeloot. Tijdens de hongerspelen voeren die 24 jongeren, kinderen eigenlijk, een strijd op leven en dood met elkaar. Er kan er maar één winnen, er kan er maar één overleven. Het Capitool regisseert en registreert alles en alle burgers zijn verplicht om realityshowgewijs toe te kijken hoe hun kinderen elkaar één voor één afslachten. Dit is reality-tv zoals wij hem kennen, waarin televisie het leven van individuen ter lering en vermaak van het volk tentoonspreidt, maar dan vijf stappen verder: het gevecht van de deelnemers is ongezien gruwelijk, en de deelnemers zijn doordrongen van het besef gemanipuleerd te worden en zelf te moeten manipuleren. Door hun gedrag kunnen ze gunsten afdwingen bij de kijkers: eten, broodnodige medicijnen, of medelijden.
Katniss Everdeen vertelt hoe ze op haar zestiende in de arena terechtkomt. Ze is een hoofdpersonage dat is opgebouwd volgens de regels van de kunst: hard vanbuiten en zacht vanbinnen. Spontaan en eerlijk. Dapper, maar geen superwoman. Verstandig, maar niet de slimste van de klas. Iemand van vlees en bloed, met andere woorden. Iemand met wie je meeleeft en voor wie je het allerbeste hoopt. Dat ze haar eigen verhaal vertelt en daarbij niet meteen alle goede en minder goede bedoelingen van de mensen rondom haar doorziet, verhoogt de spanning en de betrokkenheid alleen maar.
Katniss woont met haar moeder en zusje Prim in District 12. Haar vader is omgekomen bij een mijnongeluk en sindsdien zorgt Katniss voor haar familie: met haar maat Gale jaagt ze illegaal in de bossen rond het district, het vlees en de opbrengst ervan op de zwarte markt behoedt hen voor de hongerdood. Wanneer bij de loting ('de boete') van de 74ste hongerspelen Prims naam getrokken wordt, neemt Katniss in een opwelling haar plaats in. Prim is zacht, onschuldig, lief en maakt geen enkele kans in de hongerspelen. Kat is sterk genoeg om op z'n minst de kans te wagen.
De jongen uit District 12 die zal deelnemen, heet Peeta Mellark. Hoewel ze elkaar amper kennen, delen hij en Katniss wel een verleden. In de zwartste dagen na haar vaders dood, gaf Peeta, die een bakkerszoon is, haar een brood. Dat ene brood bracht weer licht in Katniss' leven, ze ziet de dingen weer helder en herinnert zich de rijkdommen die haar vader haar in het bos toonde. Peeta bracht de hoop terug in haar leven. Meer dan ze kunnen vermoeden, zorgen deze hongerspelen ervoor dat Katniss en Peeta behalve een vaag verleden, een uitgesproken toekomst zullen delen.
Van bij het begin laat Peeta er geen twijfel over bestaan: hij is zijn leven lang al verliefd op Katniss. En dat is gefundenes fressen voor de spelmakers. Waar de hongerspelen een straf zijn voor de onderdanen uit de districten, zijn ze voor de burgers in het Capitool top-entertainment. Smullen zullen ze van twee verliefde, gedoemde tributen (zo heten de spelers). Aangezien het in de hongerspelen gaat om manipuleren en gemanipuleerd worden, is het voor Katniss een zaak van leven en dood om ook verliefd te zijn op Peeta. Dat ze misschien meer geeft om Gale, de jongen uit District 12 met wie ze door de bossen zwerft, moet ze noodgedwongen buiten beschouwing laten. Die (zogenaamde) liefde tussen Katniss en Peeta staat centraal in het eerste boek. Want terwijl de tributen elkaar opjagen en afmaken in de arena, veranderen de regisseurs de regels: twee tributen kunnen samen winnen, als ze uit hetzelfde district komen. Dat Peeta en Katniss ook daadwerkelijk zullen winnen, is geen verrassing. Maar de strijd die eraan vooraf gaat, met de gruwelijke en zinloze dood van kinderen, is bikkelhard en met een zwaargewonde Peeta die op het randje van de dood zweeft, meer dan spannend genoeg. En zie: wanneer Peeta en Katniss als laatsten overgebleven zijn, blijft het feestelijke trompetgeschal uit. De wijziging van het reglement wordt ingetrokken: 'Ze zijn nooit van plan geweest ons allebei te laten leven. Dit is allemaal bekokstoofd door de Spelmakers om de meest dramatische ontknoping in de geschiedenis van de Spelen te kunnen uitzenden.'
In plaats van elkaar te lijf te gaan, besluiten Katniss en Peeta allebei te sterven ? een voorraadje giftige bessen zal de klus in geen tijd klaren. Is dit een wanhoopsdaad uit liefde? Of gaat het om meer? Willen ze geen pion (meer) zijn in het gruwelijke spel van het Capitool, dat 'een winnaar nodig [heeft]. Zonder winnaar zouden de Spelmakers verschrikkelijk voor schut staan.' De spelmakers haasten zich in elk geval om de regels wéér te wijzigen, zodat het eerste boek niet alleen eindigt met twee winnaars, maar ook met een fundamentele daad van rebellie. Want iedereen ziet wel dat Katniss en Peeta voor elkaar gingen sterven, iedereen weet net zo goed dat dit een daad van verzet was tégen het Capitool. En dat het Capitool het onderspit moest delven.
En zo ligt de basis van de hele trilogie in het eerste boek. Maar in plaats van een vierhonderd pagina's dikke inleiding te schrijven, maakt Suzanne Collins van haar eerste deel ook meteen het spannendste en verrassendste boek van de drie. Boek twee en drie bouwen elk in een eigen richting verder op de elementen die in boek één al dusdanig uitgewerkt worden en fascineren, dat je alleen maar méér wil. Hoe gaat het verder met de liefde? Met de ontdekking van Peeta dat Katniss toch niet zo eerlijk was? Met Katniss, die misschien op Peeta en misschien op Gale verliefd is? En wat met Gale, die zijn beste vriendin op tv zag vallen voor een ander, een kerel voor wie ze ook nog eens bereid was te sterven? Dit zijn vragen die om een antwoord schreeuwen, want hoeveel anders zijn wij, op avontuur en romantiek beluste lezers, dan de op spanning en sensatie beluste inwoners van het Capitool? Om van de ultieme vraag nog te zwijgen: hoe zal het Capitool reageren?
In Vlammen, het tweede boek, blijkt al gauw dat het voor het Capitool een klare zaak is: Katniss heeft met haar bessenscène onrust gezaaid. De districten zijn onrustig geworden en beginnen te morren. Als één puber het Capitool ongestraft voor schut kan zetten, kunnen zij er toch ook tegenin gaan? Katniss zal alle inwoners er blijvend van moeten overtuigen dat ze uit liefde en niets dan liefde handelde. Als ze faalt, zo dreigt het Capitool, gaat Gale eraan. Om helemaal zeker te zijn, maakt het Capitool van de volgende, 75ste editie van de hongerspelen een heel bijzondere: de tributen worden geloot uit alle vroegere overwinnaars. Katniss en Peeta gaan opnieuw de arena in en Suzanne Collins doet ? zo je wil ? haar kunstje nog eens over: dezelfde rituelen als in boek één passeren de revue, de tributen sluiten gelijkaardige pacten en de spelmakers houden alles stevig in handen. En dit keer is hun regie veel heftiger: in plaats van in een realistisch woud, komen de tributen in een soort reusachtige klok terecht waarin ze op geregelde tijdstippen geplaagd worden door de grootste gruwel (giftige mist, bloedregen, vogels die het gekerm van gefolterde dierbaren uitstoten). Alleen weten de tributen niet (allemaal) dat er met deze hongerspelen meer speelt. Buiten is de revolutie uitgebroken en de spelmakers ? die vanuit het verzet handelen ? willen de tributen (met Katniss als symbool van de revolutie voorop) levend uit de arena halen. Oude wijn in nieuwe zakken? Collins slaagt erin een minstens even spannende versie van de hongerspelen uit te tekenen en die met de uitgebroken opstand een extra dimensie te geven. In Vlammen en Spotgaai wordt de trilogie een politiek verhaal over macht en geweld, over een rebellenleider die tegen wil en dank in die rol terechtkomt.
In Spotgaai is het openlijk oorlog geworden. Vlammen eindigt met de nuchtere en ijskoude mededeling dat District 12 niet meer bestaat. Van Katniss verwachten de rebellen dat ze hun mascotte is, 'de echte leider, het gezicht, de stem, de belichaming van de revolutie.' Maar Katniss zelf gaat gebukt onder schuldgevoelens en twijfel. En de liefde? Peeta is na zijn tweede hongerspelen in handen gevallen van het Capitool en daar gehersenspoeld. Voor hem is Katniss de bron van alle kwaad. Gale strijdt met een steeds groter wordend vuur tegen de dictatuur en staat te popelen om het Capitool met alles erop en eraan eigenhandig op te blazen. De vraag wie Katniss zal kiezen, blijft zeuren, maar brandt minder. Er zijn belangrijker katten te geselen te midden van een mensheid die op het punt staat zichzelf uit te roeien. De uiteindelijke keuze heeft amper nog iets van een keuze. Het is meer een vanzelfsprekendheid, waarvan de kiem al in de eerste pagina's van het eerst boek lag. Er was alleen heel veel nodig om die kiem te doen groeien en bloeien.
Spotgaai raast het minst en zeurt het meest. Collins herhaalt iets te veel en legt iets te graag uit. Na een tijdje weet je wel dat Katniss zich schuldig voelt en kan je de verschillende opvattingen over oorlog en geweld netjes naast elkaar zetten. Het boeiendst in dit boek is de manier waarop Suzanne Collins haar spelmakers aan de slag houdt. Dit keer niet als regisseurs van gruwelijke hongerspelen, maar als regisseurs van een propagandamachine die de rebellen moet aanmoedigen met al dan niet in scène gezette filmpjes waarin Katniss als lichtend voorbeeld opgevoerd wordt. Omdat Katniss een soort mascotte geworden is, blijft ze zelf buiten schot. Mascottes stuur je het slagveld niet op. De strijd die in de vorige boeken zo fundamenteel was voor de plot en de spanning, ontbreekt hier grotendeels. Er is een oorlog aan de gang, maar daar passeer je met Katniss maar een keer of twee ? als toerist. In deze hongerspelen strijden alle inwoners van Panem mee, maar die strijd krijgt pas een gezicht wanneer je er als lezer samen met Katniss in terechtkomt. Echt aangrijpend wordt het pas helemaal op het einde, wanneer Katniss in een aanval verzeilt waarvan de gruwel alle verbeelding tart en wanneer ze ontdekt dat niets is wat het lijkt. Spotgaai is niet het meest aangrijpende van de drie, maar wel een cruciaal sluitstuk van een trilogie die een even beangstigend als fascinerend toekomstbeeld geeft.
Het sterkste aan de trilogie is ongetwijfeld de setting. Suzanne Collins stelt met veel oog voor detail een wereld samen die niet de onze, maar die wel vanzelfsprekend en geloofwaardig is. Haar tegelijk afschuwwekkende en boeiende maatschappij is even archaïsch als toekomstig. Door 'de verwoesting van de atmosfeer, het gebrek aan grondstoffen of morele lafhartigheid' is veel van onze geïmpliceerde toekomst vernietigd. Dus wordt er in Panem gejaagd met pijl en boog, eten de mensen in de verarmde districten (als ze geluk hebben) doodgewoon brood en zijn hoovercrafts het meest geavanceerde transportmiddel. Anderzijds hebben diezelfde hoovercrafts onzichtbaarheidsschilden, ontwerpt het Capitool gemanipuleerde vogels en moordende mutilanten en hebben de bewoners van het het Capitool de meest waanzinnige vormen van plastische chirurgie ondergaan.
De basis van haar toekomstmaatschappij haalt Collins bij de Grieken en Romeinen ? een geniale zet. Ze modelleert haar hongerspelen naar de mythe van de Minotaurus, waarin Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes moest offeren aan het monster, als straf voor de dood van koningszoon Minos. De arena is een genadeloos en uitvergroot gladiatorenspel en Panem heet niet zonder reden Panem. De idee van brood en spelen loopt als de draad van Ariadne door de hele trilogie. Maar bovenal is de hele trilogie, met alle personages en alle verhaallijnen, doordrongen van dat wat de oude Grieken ook goed begrepen hadden: je pakt de mensen het hardst daar waar ze het kwetsbaarst zijn: bij hun kinderen en dierbaren. Een maatschappij die er niet voor terugschrikt haar eigen kinderen op te offeren, belichaamt de ultieme arrogantie, het ultieme geweld en daarmee de ultieme waarschuwing. Met een been in het verleden en een in de toekomst, waarschuwt Suzanne Collins bovenal de wereld van vandaag.
'De hongerspelen'-trilogie staat voor uren leesplezier. Daar waar het niet altijd verrast ? de iets te stereotiepe heldin, de
vondsten die trucjes dreigen te worden, de afloop die zich laat raden ? sleept het des te meer mee door de slimme setting, de levensechte details, de talrijke plotwendingen en de bijzonder filmische stijl. 'De hongerspelen' mixt de mythe van de Minotaurus, Idool, Project Runway, Expeditie Robinson en Big Brother tot een gewelddadige, schockerende en bovenal verslavende cocktail, die je een paar welgemikte dreunen verkoopt, maar waarvan je de smaak niet wil missen. [An Stessens]
Verberg tekst