Wolf, Nes, Pier, Mie, Pas, Boe, Mol, Krok en Kol zijn de negen hoofdpersonages die in de reeks BOE!kids allerlei avonturen beleven. Op geregelde tijdstippen verschijnen nieuwe boekjes in de reeks, op verschillende AVI-niveaus. Naargelang het verhaal speelt het een of het andere personage een grotere rol. Pier en Wolf zijn deze keer aan de beurt. De twee, vampierkind en wolf, vervelen zich te pletter. Er is geen school dus ze hebben alle tijd om iets spannends te bedenken, maar wat? Ze krijgen een fantastisch idee: een boottochtje maken met een drakenboot. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want waar vinden ze een drakenboot? Zelf een boot in elkaar knutselen lijkt de beste oplossing, zeker als ze op het spullenstort een slaapkist van opa vinden. Pier herkent ze aan het vleermuisembleem dat erop staat, dat ook op het wapenschild van opa staat. Opa was namelijk een vampier, en Pier mocht bij zijn middagdutje het deksel op de slaapkist leggen. De Grote Oppasser van het kerkhof heeft niets gezien. Dat is maar goed ook, want hij past op de begraven monsters en hij is nogal een brompot. Pier en Wolf gaan meteen aan de slag om van de slaapkist een echte drakenboot te maken. Al timmerend en zagend, met het commentaar erbij van hun vrienden, schiet de klus goed op. Iedereen denkt dat de drakenboot de dag erna zal worden uitgetest, maar Pier wil ’s nachts met zijn vriendinnetje Nes een romantisch boottochtje maken. Uiteraard loopt niet alles van een leien dakje, maar dankzij spookje Boe komt alles goed.
Pier en de drakenboot baadt in een fantasierijke en magische sfeer die kinderen meteen de kans geeft om zich in te leven. Vampier Pier heeft dan wel een hoofdrol, eng wordt het nooit. De personages zijn vrolijk, de karakters zijn duidelijk en de leuke tekeningen van Frieda Van Raevels zorgen mee voor een vrolijke sfeer. Er wordt gewerkt met korte hoofdstukjes, die telkens een deel van het verhaal afronden. Daardoor is het boekje ook geschikt voor kinderen die niet zo vlot lezen of liever slechts een hoofdstukje per keer willen lezen. De amicale sfeer tussen de bonte bende wezentjes werkt aanstekelijk en de vriendschap onderling domineert de kwajongensstreken. Thea Dubelaar hanteert een vlotte taal, de woorden zijn gemakkelijk te begrijpen en de lay-out draagt ertoe bij dat de pagina’s niet overvol staan. Telkens vinden we achteraan in de boekjes een reeks spelletjes, aangepast aan de leeftijd, waarin op een leuke manier wordt gepeild of de lezer het verhaaltje ook echt heeft begrepen. Het zijn niet echt schoolse vraagjes, maar eerder speelse doevraagjes die uitnodigen om de kinderen tot vertellen aan te sporen. Pier en de drakenboot is zeker bruikbaar in de klas om voor te lezen en er nadien op verder te werken met die paar spelletjes. [Patrick Bruneel] Verberg tekst

Vampiertje Pier en Wolfje Wolf vervelen zich en besluiten een boot te maken. Op de 'spullenstort achter het kerkhof, waar de monsters zijn begraven' vinden ze de grafkist (vampierbed) van Piers dode opa, die 'destijds met een houten pen doorboord is'. Het tot drakenboot verbouwde vampierbed is niet berekend op veel gewicht en 'romantiek' als Pier er ’s nachts mee gaat varen, samen met Nes, het drakenmeisje, op wie hij verliefd is. De boot lekt en zinkt. Gelukkig is het spookje Boe in de buurt. Over dit griezelclubje zijn al achttien boekjes verschenen in de serie 'Boe!kids', gericht op leesonderwijs vanaf AVI-Start. Het boekje oogt goed verzorgd met stevig papier, schreefloze letter en veel, soms paginagrote, felgekleurde, cartoonachtige illustraties. Zoals de aangehaalde tekst hierboven aangeeft is het taalgebruik niet echt eenvoudig, ondanks dat het AVI-E4 is. Voor in het boekje wordt de griezelclub voorgesteld en achterin staan een paar verwerkingsopdrachten (invulopdrachten). Vanaf ca. 7,5 jaar. Verberg tekst